Ruth 2:13

ABEn zij zei: "Laat mij gunst vinden in je ogen, mijn heer, omdat je mij getroost hebt en omdat je naar het hart van je slavin gesproken hebt, hoewel ik niet een van jouw slavinnen ben."
SVEn zij zeide: Laat mij genade vinden in uw ogen, mijn heer, dewijl gij mij getroost hebt, en dewijl gij naar het hart uwer dienstmaagd gesproken hebt, hoewel ik niet ben gelijk een uwer dienstmaagden.
WLCוַ֠תֹּאמֶר אֶמְצָא־חֵ֨ן בְּעֵינֶ֤יךָ אֲדֹנִי֙ כִּ֣י נִֽחַמְתָּ֔נִי וְכִ֥י דִבַּ֖רְתָּ עַל־לֵ֣ב שִׁפְחָתֶ֑ךָ וְאָנֹכִי֙ לֹ֣א אֶֽהְיֶ֔ה כְּאַחַ֖ת שִׁפְחֹתֶֽיךָ׃
Trans.watō’mer ’eməṣā’-ḥēn bə‘êneyḵā ’ăḏōnî kî niḥamətānî wəḵî ḏibarətā ‘al-lēḇ šifəḥāṯeḵā wə’ānōḵî lō’ ’ehəyeh kə’aḥaṯ šifəḥōṯeyḵā:

Algemeen

Zie ook: Hart (lichaamsdeel), Slavin, Troost

Aantekeningen

En zij zeide: Laat mij genade vinden in uw ogen, mijn heer, dewijl gij mij getroost hebt, en dewijl gij naar het hart uwer dienstmaagd gesproken hebt, hoewel ik niet ben gelijk een uwer dienstmaagden.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ֠

-

תֹּאמֶר

En zij zeide

אֶמְצָא־

vinden

חֵ֨ן

Laat mij genade

בְּ

-

עֵינֶ֤יךָ

in uw ogen

אֲדֹנִי֙

mijn heer

כִּ֣י

dewijl

נִֽחַמְתָּ֔נִי

gij mij getroost hebt

וְ

-

כִ֥י

en dewijl

דִבַּ֖רְתָּ

gesproken hebt

עַל־

gij naar

לֵ֣ב

het hart

שִׁפְחָתֶ֑ךָ

uwer dienstmaagd

וְ

-

אָנֹכִי֙

hoewel ik

לֹ֣א

niet

אֶֽהְיֶ֔ה

ben

כְּ

-

אַחַ֖ת

gelijk een

שִׁפְחֹתֶֽיךָ

uwer dienstmaagden


En zij zeide: Laat mij genade vinden in uw ogen, mijn heer, dewijl gij mij getroost hebt, en dewijl gij naar het hart uwer dienstmaagd gesproken hebt, hoewel ik niet ben gelijk een uwer dienstmaagden.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!